Het concept van de werkelijkheid duidt op de wereld waarin mensen leven en wordt ook aangeduid met termen als realiteit en bestaan. Voor velen lijkt het begrip werkelijkheid vanzelfsprekend en helder, maar binnen de filosofie is het een controversieel onderwerp.. Kinderen en natuurvolkeren hebben diverse percepties van de wereld, maar zij abstraheren deze niet tot een goddeloze, oneindige en abstracte aanduiding van het bestaan.
Copyart vertegenwoordigt de artistieke verbeelding van de werkelijkheid, die voor Jan Manescoo de basis vormt van zijn denken, kennis, waarnemingen, ervaringen en creativiteit. In zijn geest maakt hij een onderscheid tussen de realiteit en een wereld die verder gaat dan deze realiteit, zoals weerspiegeld in zijn belevingen en ervaringen tijdens het uitoefenen van zijn kunst. De werkelijkheid wordt gevormd door een constructie van gedachten en is bedoeld om het bestaan of het mysterie van de natuur op een unieke manier te verkennen en weer te geven.
Zo creëert hij een werkelijkheid achter de feitelijke werkelijkheid, een belevingswereld van kunst en filosofische bedenkingen. Hij verwijst naar iets, een idee, een object. Zijn mening over het mens-zijn, de voorafgaande lezing van zijn optredend 'ik', een aanschouwing van wat er in zijn bewustzijn wordt aangegeven, zwijgt of spreekt. Het is de kennisname van een beeldtaal die alle mogelijkheden van zijn gedachten onderzoekt, betast en beoordeelt. Ze ontstaan in zijn zoektocht naar de "innerlijke leegte" of het ontbreken van iets dat afwezig is en het waarom ervan niet kan verklaren. Zo tracht hij ook zijn plaats in de wereld beter te bepalen, maar moet vaststellen dat hij slecht een observator blijft binnen de grenzen van de natuur.
De filosoof Immanuel Kant maakte een onderscheid tussen de wereld als 'Ding an sich' (het 'ding op zich') en onze kennis over de wereld. Kant benadrukte dat we niet kunnen bewijzen dat onze kennis over de wereld direct correspondeert met de wereld zelf. Hij beweerde dat tijd en ruimte, als vormen van aanschouwing, geen eigenschappen zijn van de wereld op zich, maar van onze ervaringswereld. Ze zijn eigenschappen die de mens in de waarneming introduceert.
De filosofe Ayn. Rand spreekt dit in haar 'objectivisme" tegen door te stellen dat de werkelijkheid bestaat. Het is de objectieve kennis die vaak indirect naar de realiteit verwijst en die, door de overeenkomsten van bepaalde objecten zoals het begrip 'vloeibaar', wat zowel op water als op alcohol van toepassing is, ook een abstract concept is zoals 'tijd'.
IIn het 'Copyart'-concept verenigt Manescoo formele en inhoudelijke kunstaspecten. Hij toont hoe zijn levensfilosofie, emoties en ervaringen gestalte krijgen in een beeldgedicht. Dit is niet meteen duidelijk voor de toeschouwer, maar bij dieper inzicht worden ook de overtuigingen en interesses van de kunstenaar zichtbaar. Het beeldgedicht weerspiegelt niet alleen zijn gevoelens over schoonheid, maar belichaamt ook ethische waarden van het mens-zijn, zoals verwachtingen, vreugde, verdriet en angst, alsook zijn fysieke en mentale beperkingen of onwetendheid. Jan Manescoo daagt de kijker uit om te reflecteren en te debatteren over zijn waarnemingen en emoties bij het bekijken van zijn kunst, zelfs met degenen die het opwindend en uitdagend vinden of juist zinloos, verwarrend en onduidelijk. In deze dialogen legt hij zijn persoonlijke mening niet op, maar vraagt hij enkel of men zich kan vinden in zijn onconventionele kunststijl en visie op het menselijk bestaan en de werkelijkheid.
De complexiteit van de werkelijkheid ligt ingebed in het mens-zijn
Die werkelijkheid weerspiegelt haar schoonheid
en reflecteert haar waarheid doorheen een mens
zijn vreugde en leed
wordt op een canvas breed en diep
uitgesmeerd hoe het verliep
Die werkelijkheid is zoals een rivier wild en vrij
ze sleurt een mens mee doorheen de tijd
ze is een berg sterk en hoog
een oceaan diep en groot
ze verbergt heel wat geheimen
In haar schoot
Die werkelijkheid wordt gezien
door de bril van een man
ze vertelt zijn reis doorheen de ruimte
vol belofte en trouw
een zoektocht naar liefde en vriendschap
bij zijn kind en vrouw
.
Prof. dr. Rik Van Aerschot was van 1 januari 1990 tot eind 2002 de drijvende kracht achter de Raad van Bestuur van de Vrije Universiteit Bussel. Naast zijn academische verplichtingen, heeft hij ook een belangrijke rol gespeeld bij AIB-Vinçotte als gedelegeerd bestuurder. Bovendien heeft hij zijn expertise ingezet in verschillende functies, waaronder bij de Nationale Bank van België en het Vlaams Economisch Verbond
Rik van Aerschot zegt in zijn voorwoord van het kunstboek ‘Copyart een concept van het verbeeldend denken’. 'Communicatie is leven, want zonder communicatie staan we alleen tegenover de overweldigende kracht van de natuur. Dit concept, ontwikkeld door Jan Manescoo zelf, is een samensmelting van beeldende kunst, poëzie en proza, waarmee hij de complexiteit van de menselijke ervaring en de relatie tussen de macrokosmos en de microkosmos onderzoekt. Zijn werk is een persoonlijke weerspiegeling van de werkelijkheid en het leven, die de grenzen van het dagelijkse leven overschrijdt en de kijker uitnodigt om deel te nemen aan de aard het menselijk bestaan. Manescoo's kunst is niet alleen een visuele ervaring, maar ook een filosofische zoektocht naar betekenis, waarbij de rol van technologie in de hedendaagse kunst en de menselijke natuur wordt onderzocht. Hij benadrukt de noodzaak van de menselijke interactie, reflectie en creativiteit om de existentiële angst van het bestaan te overwinnen. Met Copyart biedt hij een instrument aan dat hem helpt bij het bouwen van de kathedraal van de ‘Humanitas’, de kathedraal van het mens-zijn. Het is zijn versie van tijd en ruimte, zijn manier om de betekenis van de cyclus tussen leven en dood van het begin tot eind te begrijpen, of is er geen einde. In zijn expressie belichaamt hij de modernste uitvinding van de menselijke geest: het vermogen om zijn benadering van het menselijk avontuur razendsnel en zonder ruimtelijke grenzen uit te drukken, te reproduceren en te verspreiden... 'Copyart' of het kopiêren het leven en van alles wat bestaat. Maar hij wijst ook op een dreigend gevaar. Is de natuur wel technisch en wetenschappelijk bedwingbaar? De mens denkt dat hij de meester van de natuur is geworden, totdat hij het tegenovergestelde in zijn existentiële angst ervaart. Een angst die hij probeert te onderdrukken door middel van communicatie, reflectie en verbondenheid met de andere mensen.